Ik wurmde me in een jeans, trok mijn toeristenschoenen aan en nam - gewapend met een lijstje bezienswaardigheden opgesteld door
een voormalige local - samen met meneer de trein naar Amsterdam voor een weekend zonder kinderen (het eerste sinds de jongste zoon).
Het was nog koud, 3 weken geleden in het Vondelpark.

We bewonderden Het Melkmeisje en De Nachtwacht in het Rijksmuseum (dat overigens een goede
website heeft), legden ettelijk kilometers af langs de straatjes en over de bruggetjes, en aten overoverheerlijk in
Lastage.
Uiteraard gingen we ook langs de Albert Cuypmarkt, de vele stoffenwinkels en Jan de Grote Kleinvakman.
Hierboven kobaltblauwe popeline, donkerblauwe kant en witte (en goedkope) broderie anglaise, die ik bij wijze van experiment in een kleurenbadje denk te steken.
Ruitjesstof waar ik een salopetje voor de jongste dochter in zie en tassenband in geel en grijs.
Na drie dagen rondstruinen associeer ik Amsterdam verder nog met verkeer, fietsen, water, duiven, werven, geparkeerde auto's en een goed idee.







Zonder het lijstje zouden we er nooit zijn geweest: de Hortus Botanicus. De tuin zelf lag er nog winters bij.
Maar de serres waren best de moeite, met o.a. palmen,
Mimosa (?)
en vlinders.



