Weven in het klein is al even plezant als weven met het getouwtje. Ik knipte een cornflakesdoos in stukken en maakte kleine inkepingen in de rand om garen te spannen. Daarna kon ik aan de slag met restjes.
Het voordeel van dit miniweven is dat je ermee verder kan doen en kan stoppen wanneer het je maar uitkomt. Het is zo compact dat het niet in de weg ligt en er is geen haast, want het heeft geen enkel doel behalve wat prutsen en uitproberen.
Met dit werkje wou ik proberen hoe je verschillende kleuren garens netjes naast elkaar inslaat en met elkaar verbindt halverwege. Ik stak er ook gekleurde pluimpjes tussen. Die komen uit een stuk van een oude boa.
De frullen onderaan knoopte ik al vrij vroeg in het proces en schoof ze op het eind (wanneer ik het welletjes vond) naar boven.
Voorlopig hangt het aan de voordeur.
Ook de dochter heeft de smaak te pakken. Dit tapijtje was het eerste dat ze maakte en gaf ze al aan haar vriendin. Een tweede is in de maak.
Een grondiger uitgewerkt voorbeeld van hoe je met miniweave aan de slag kan vind je bij Textielfabrique.
28.5.14
17.5.14
Het verhaal van teveel technieken in 1 stuk
Mijn 4de weefsel is al een paar weken klaar, maar werd vandaag pas volledig gefotografeerd. Ik wou hiermee verschillende dingen uitproberen. Het eerste wat ik wou proberen was een ombre effect. Daar kwam heel wat denk-, kleur- en rekenwerk bij kijken en ik bedacht verschillende mogelijkheden om de dégradé te maken, maar hoe het dan technisch moest was een andere vraag.
Uiteindelijk koos ik voor de gemakkelijkste optie en probeerde het gewoon uit. Ik weefde telkens ongeveer 20 cm: eerst effen blauw, dan afwisselend 4 inslagen blauw, 2 inslagen grijs, daarna afwisselend 2 blauw, 2 grijs, dan 2 blauw, 4 grijs en uiteindelijk effen grijs. Daarna in de omgekeerde volgorde. Het resultaat vind ik best OK, maar ik zou de overgang een volgende keer duidelijker willen.
Het garen bracht ik mee uit Denemarken en is ruwe zijde, die gemakkelijk breekt. Daarom durfde ik het niet te gebruiken voor de kettingdraden. De ketting is katoen in hetzelfde blauw. Ik heb ook nog niet zo'n goed zicht op combinaties van kleuren, vandaar die witte streep. Ik wou ook zien hoe dat anders combineert.
Verder wou ik ook aan de slag met pick up sticks om hiermee verschillende effecten uit te proberen. Het eerste wat ik uitprobeerde was 'leno', waarbij de kettingdraden in groepjes over elkaar worden geschrankt.
Het andere techniekje is het opheffen van kettingdraden of inslagendraden. In het blauwe gedeelte wisselde ik beide af. Het ene is het omgekeerde van het andere, dus eindig je met iets wat aan de voorkant en de achterkant min of meer hetzelfde is.
In het grijze gedeelte gebruikte ik maar 1 techniek waardoor de voorkant en de achterkant er heel verschillend uitzien.
Resultaat: veel geleerd, en elk stuk op zich heeft charmes, maar uiteindelijk ben ik geëindigd met een stuk dat er al bij al toch wel bijzonder ouderwets uitziet.
Uiteindelijk koos ik voor de gemakkelijkste optie en probeerde het gewoon uit. Ik weefde telkens ongeveer 20 cm: eerst effen blauw, dan afwisselend 4 inslagen blauw, 2 inslagen grijs, daarna afwisselend 2 blauw, 2 grijs, dan 2 blauw, 4 grijs en uiteindelijk effen grijs. Daarna in de omgekeerde volgorde. Het resultaat vind ik best OK, maar ik zou de overgang een volgende keer duidelijker willen.
Het garen bracht ik mee uit Denemarken en is ruwe zijde, die gemakkelijk breekt. Daarom durfde ik het niet te gebruiken voor de kettingdraden. De ketting is katoen in hetzelfde blauw. Ik heb ook nog niet zo'n goed zicht op combinaties van kleuren, vandaar die witte streep. Ik wou ook zien hoe dat anders combineert.
Verder wou ik ook aan de slag met pick up sticks om hiermee verschillende effecten uit te proberen. Het eerste wat ik uitprobeerde was 'leno', waarbij de kettingdraden in groepjes over elkaar worden geschrankt.
Het andere techniekje is het opheffen van kettingdraden of inslagendraden. In het blauwe gedeelte wisselde ik beide af. Het ene is het omgekeerde van het andere, dus eindig je met iets wat aan de voorkant en de achterkant min of meer hetzelfde is.
In het grijze gedeelte gebruikte ik maar 1 techniek waardoor de voorkant en de achterkant er heel verschillend uitzien.
Resultaat: veel geleerd, en elk stuk op zich heeft charmes, maar uiteindelijk ben ik geëindigd met een stuk dat er al bij al toch wel bijzonder ouderwets uitziet.
Abonneren op:
Posts (Atom)